Groep 3 t/m 8

 Basisvaardigheden

Vanaf groep 3 ontwikkelen we de vaardigheden die de kinderen in groep 1/2 hebben geleerd verder door. In de groepen 3 t/m 5 ligt het accent op het aanleren van basisvaardigheden, zoals taal, lezen, schrijven en rekenen. In de groepen 6 t/m 8 vergroten we deze vaardigheden. Daarnaast besteden we veel aandacht aan aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs en techniek en de creatieve vakken d.m.v. onze IPC lessen.


Lezen
Goed leren lezen is belangrijk binnen onze maatschappij. Wanneer je het technisch en begrijpend lezen beheerst kun je meer kennis opdoen, je verder ontwikkelen, je beter redden in de samenleving en je woordenschat vergroten.

Leesplezier is de basis voor het leren lezen. Als kinderen plezier hebben in het lezen, lezen ze meer en gaan ze ook beter lezen en teksten begrijpen.


Wij willen dat alle kinderen met een voldoende leesniveau de school verlaten. Door een uitdagende leesomgeving te creëren willen we alle kinderen stimuleren om gemotiveerd te raken voor het lezen.


Om het leesplezier te bevorderen proberen we aantrekkelijke boeken aan te bieden in onze schoolbibliotheek en activiteiten te organiseren. Voorlezen door de leerkracht, de boekbespreking, de voorleesbank, deelname aan de nationale voorleeswedstrijd, samenwerking en boeken lenen in de openbare bibliotheek. Natuurlijk wordt er tijdens de kinderboekenweek en de nationale voorleesdagen extra aandacht geschonken aan de leesbevordering.


Methodes op onze school voor technisch en begrijpend lezen.

Groep 3: Veilig leren lezen

Groep 4 t/m 8: Estafette en Nieuwsbegrip.


Heel belangrijk voor het leren lezen is:

Dagelijks voorlezen en zelf lezen zouden vanzelfsprekend moeten zijn op school en thuis. Een goed voorbeeld doet goed volgen!


     

         

Technisch lezen

Onder technisch lezen verstaan we het kennen van alle letters en het kunnen lezen van woorden en zinnen. Hiermee wordt in groep 3 structureel gestart. Hiervoor gebruiken we de methode ‘Veilig Leren Lezen’. 

Vanaf groep 4 tot en met 8 werken we met de methode ‘Estafette’. Kinderen leren eerst correct te lezen, gevolgd door het verhogen van de leessnelheid om vlot en vloeiend te leren lezen. De leerlingen worden ingedeeld in een aanpak gebaseerd op de individuele leesprestatie. Er zijn leesboeken met een doorlopend verhaal en leesboeken met gevarieerde, veelal informatieve teksten. Binnen de lessen is er ook ruimte voor leesbevordering. De drie aanpakken differentiëren op basis van instructie, begeleiding, herhaling en leestijd. Hierbij worden goede lezers relatief vrijgelaten en voor risicolezers wordt de instructie en oefentijd geïntensiveerd. 


BAVI-lezen

BAVI-lezen wordt ook wel belevend adaptief lezen genoemd. Tijdens het BAVI-lezen, lezen de kinderen individueel boeken die zij begrijpen en aansluiten bij hun eigen belangstelling en die technisch toegankelijk zijn. Kinderen die plezier hebben in het lezen gaan meer en dus beter lezen. Ze begrijpen de verhalen en daardoor gaan de kinderen ook technisch beter lezen.  Het kind kiest uit de schoolbibliotheek een boek dat het leuk of spannend vindt.  Ieder kind heeft zijn eigen leesmap. Het is belangrijk dat het tijdens de leestijd rustig en sfeervol is in de klas. De leraar observeert het leesgedrag van de kinderen en helpt leerlingen bij het kiezen van een boek. Regelmatig is er ruimte voor het delen van de leeservaringen van de kinderen. 


Begrijpend en studerend lezen

Voor het onderdeel begrijpend en studerend lezen werken we vanaf groep 4 met de methode ‘Nieuwsbegrip’. Dit is een digitale, interactieve en aansprekende methode met veel actuele teksten. Het jeugdjournaal maakt wekelijks een filmpje bij het onderwerp van ‘Nieuwsbegrip’. Kinderen leren belangrijke leesstrategieën om teksten beter en sneller te begrijpen. 


Taal

Regelmatig zitten de kinderen in onze school in de kring. Daarin wordt verteld en naar elkaar geluisterd. Taalonderwijs is in groep 3 geïntegreerd in het leren lezen, waarbij in de loop van het schooljaar ook het schrijven een steeds grotere rol speelt. Vanaf groep 3 wordt er gewerkt met een taal- en spellingmethode via de software van snappet, waarbij aandacht is voor zowel mondeling als schriftelijk taalgebruik. Deze lessen staan in het teken van taalbeschouwing, spreken en luisteren, woordenschat en schrijven.


Spelling

De doelen worden per les uitgelegd en er zijn voor het oefenen 6 flits lessen spelling. De categorieën worden veel herhaald in de groepen. Zo kunnen de regels goed geautomatiseerd worden.

Wij gebruiken verschillende oefenmaterialen: spelling-/uitlegkaarten, werkbladen en coöperatieve werkvormen. Regelmatig werken de leerlingen met een maatje in een groepje. In alle groepen is er blijvende aandacht voor woordenschat. In de hogere groepen besteden we ook extra aandacht aan ontleden en werkwoordspelling. Aan het eind van elk blok wordt een dictee afgenomen. 


Engels

We werken in de  groepen 1 t/m groep 8 met de methode “Groove me”. Op de site van deze methode is meer informatie hierover te lezen en te zien: www.groove.me

Wij streven ernaar dat wanneer onze leerlingen school verlaten dat ze in staat zijn om Engels, zowel mondeling als schriftelijk te gebruiken. Dit betekent dat ze over een zekere spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid beschikken. Wij proberen onze leerlingen bewust te maken van de rol die de Engelse taal in de Nederlandse samenleving op sociaal en cultureel terrein speelt. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat de leerlingen een positieve houding ten aanzien van het leren van een vreemde taal, in dit geval het Engels wordt bijgebracht.


Schrijven

Al in de kleutergroepen leren de kinderen hoe ze het beste hun schrijfgerei vast kunnen houden en waar ze bij hun zitpositie aan moeten denken als ze tekenen of schrijven. De schrijfpatronen uit de kleutergroepen worden in het begin van groep 3 verder uitgebreid, waarna het schrijven van echte letters, woorden, zinnen en cijfers kan beginnen. Uiteindelijk moet het uitmonden in een goed leesbaar handschrift, waaraan gewerkt wordt tot en met groep 8. De methode die we hiervoor gebruiken is ‘Handschrift’ van uitgeverij Malmberg.


Rekenen en wiskunde

Het onderwijs in rekenen en wiskunde krijgt op onze school vorm vanuit realistische contexten. Er wordt uitgegaan van werkelijke situaties. Hierdoor kunnen onze leerlingen aan het eind van onze basisschool:

verbindingen leggen tussen wat ze leren en hun dagelijkse leefwereld;

eenvoudige wiskundetaal begrijpen en toepassen in praktische situaties;

nadenken over eigen wiskundige activiteiten en de resultaten daarvan op juistheid controleren;

eenvoudige verbanden, regels, patronen en structuren opsporen;

onderzoeks- en redeneerstrategieën in eigen woorden beschrijven en gebruiken.


We gebruiken de rekenmethode van ‘Wereld in Getallen’. Kinderen die moeite hebben met rekenen krijgen per rekenonderdeel één rekenstrategie aangeleerd en werken indien nodig minder met contexten. Daarnaast is er veel extra oefenstof aanwezig per rekenonderdeel. Ook vinden we het belangrijk dat kinderen rekenvaardigheden automatiseren, waaronder de tafels. Naast de rekenmethode werken de leerlingen extra aan hoofdrekenen. De kinderen leren automatiseren door oefeningen te doen op de computer, veel oefensommen te maken op schrift en aan de hand van spelletjes (waaronder flitskaarten). Kinderen die meer dan gemiddeld begaafd zijn in het rekenen, krijgen minder oefenstof voor het aanleren van basisvaardigheden (‘compacten’) en meer verdiepend en verrijkend onderwijsaanbod.